0
0
Museum Boijmans Van Beuningen is de eigenaar van drie tekeningenalbums, acht incunabelen en elf losse tekeningen uit de Koenigscollectie. Dat oordeelde de rechtbank in Rotterdam vandaag in een zaak van zes erven van verzamelaar Franz Koenigs tegen het museum.
Volgens de erven, onder leiding van kleindochter Christine Koenigs, maken de werken deel uit van een bruikleen en zijn zij dus de rechtmatige eigenaren. De rechtbank vindt dat de vorderingen zijn gebaseerd op veronderstellingen en vinden die “onvoldoende steun in de feiten”.
Verzamelaar Franz Koenigs (1881-1941) gaf de betreffende en andere kunstwerken in 1935 in bruikleen aan het museum Boijmans, zoals het destijds nog heette. In 1940 droeg hij het eigendom van de werken over aan de N.V. Bankierskantoor Lisser & Rosenkranz.
Daarmee betaalde hij een schuld af die hij aan die bank had. Die verkocht de werken vervolgens aan Daniël George van Beuningen. Na het overlijden van Van Beuningen in 1955 verkochten zijn erfgenamen diens kunstverzameling aan Museum Boijmans. Dat daarop zijn naam veranderde in Museum Boijmans Van Beuningen.
Boijmans-directeur Sjarel Ex hoopt dat de afwijzing van de eis het slot inluidt van een lange reeks inmiddels afgewezen eigendomsclaims op de tekeningencollectie Koenigs. Een klein deel van de erfgenamen probeert die al sinds 1997 in bezit te krijgen. “We vinden het echt tijd geworden dat dit tijdrovende en belastende proces tot een beheerst einde komt”, aldus Ex.
De tekeningencollectie bestaat uit rond 2.150 losse tekeningen en ongeveer 460 tekeningen in verzamelaarsalbums en acht gedrukte boeken van vóór 1500 (zogeheten incunabelen). In de wereldberoemde verzameling bevindt zich werk van vele grote namen, onder wie Rembrandt, Lucas van Leyden, Albrecht Dürer en Fra Bartolommeo.
