0
0
Eind jaren zestig ontstond in Italië de kunststroming arte povera (arme kunst). Een van de kenmerken was het gebruik van alledaagse en weinig kostbare materialen. De jongste vertegenwoordiger van de groep kunstenaars die ‘arme kunst’ maakten was Guiseppe Penone (1947). Museum De Pont in Tilburg toont een overzicht van diens werk.
Tot de thema’s van de arte povera behoorden de wortels van de cultuur en het leven, verschillende bronnen van energie, en vooral energie als oerkracht. Penone is de enige in wiens werk de natuur het belangrijkste motief was. In 1968 omarmde hij letterlijk de stam van een boom. Het raakvlak van zijn lichaam met de boom markeerde hij met ijzerdraad dat aan de stam werd vastgeklemd. Tijdens de groei van de boom werd het ijzerdraad in de bast ingekapseld, waardoor de contouren van Penone’s lichaam als litteken op de stam zichtbaar bleven.
In hetzelfde jaar begon hij met zijn serie Alberi (Bomen). Uit rechthoekige houten balken of uit een afgehakte dikke boomstam haalt hij de grillige levensvorm van de boom weer tevoorschijn. Hij schilt de jaarringen weg te schillen en volgt daarbij de knoesten, zodat de vorm die de boom op een bepaald moment van zijn leven had weer naar voren komt.
De laatste jaren werkt Penone ook met marmer. Hij maakt donkere aderen in het marmer zichtbaar door de witte steen eromheen weg te hakken. Daardoor lijkt het alsof het koude marmer een warm organisch innerlijk bezit, als waren de zwarte aderen de levensaderen van de steen. De grillige structuren die tevoorschijn komen, vertonen een opmerkelijke overeenkomst met verstrengelde takken of om elkaar heen grijpende pezen en spieren.
De expositie in De Pont beslaat de afgelopen veertig jaar. Behalve sculpturen zijn er ook tekeningen en foto’s te zien.
Giuseppe Penone, Nelle Mani – In de Handen, t/m 26 september in Museum De Pont, Tilburg
