Geen categorie

Museum toont ontwikkeling van het dier in de kunst

0 0
Read Time:3 Minute, 15 Second

De verhouding tussen mens en dier is de loop der eeuwen sterk veranderd. Vroeger was de mens heer en meester over het dier, maar tegenwoordig zijn honden en katten volwaardige huisgenoten. In de tentoonstelling laat het Westfries Museum aan de hand van kunstwerken die ontwikkeling zien.

Jan Albertsz. Rotius, Keukenstuk, Westfries Museum, Hoorn.

Dieren zijn een bron van inspiratie voor kunst en kunstnijverheid, waar ook ter wereld. Dat gold zeker voor de zeventiende eeuw waarin de wereld werd ontdekt en er allerlei nieuwe diersoorten naar Nederland werden gehaald. In de tentoonstelling is bijvoorbeeld de oudste schildpad van Nederland te zien. Deze is recent gevonden bij archeologische opgravingen in Enkhuizen en werd in de zeventiende eeuw waarschijnlijk gehouden als huisdier.

In genoemde eeuw figureerden dieren veelvuldig op schilderijen. De afbeeldingen van dieren op de historische kunstuitingen in de tentoonstelling bevatten vaak een enorme symboliek. Ze staan voor rijkdom, de sterfelijkheid van de mens of symboliseren erotiek. Zo staat het Keukenstuk van Jan Albertsz. Rotius bol van de symboliek en smeuïge verhalen. Want een eend is niet zómaar een eend. De nek en kop zijn hier een verborgen fallussymbool. En de keukenmeid houdt de eend bevallig vast bij zijn nek en borst. De vogels verwijzen naar het Oudhollandse woord Vögelen, wat vrijen betekent.

Andere historische afbeeldingen illustreren dat dieren er waren voor het gemak van de mens: als lastdier of als pijnlijk vermaak. Op een schilderij van Thomas Heeremans uit 1682 is op de achtergrond van het lieflijke dorpsgezicht bijvoorbeeld een spelletje palingtrekken te zien. Kunstenaars uit de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw beeldden dieren nooit af als wezens met een karakter, laat staan als onze gelijken.

(Tekst gaat verder onder de foto’s)

Miriam Knibbeler, Feet, what do I need you for when I have wings to fly.
Miriam Knibbeler, Drifter.
Adriana van Zoest, De pasgeborene.

Tegenwoordig is dat wel anders, bijvoorbeeld in het werk van Adriana van Zoest en Miriam Knibbeler. De dieren in hun kunst zijn persoonlijkheden, of ze nu leven of dood lijken te zijn. Beide kunstenaars lijken de ziel van onze medewezens te willen vastleggen.

Volgens beeldhouwer Miriam Knibbeler is onze veranderende relatie met dieren een actueel thema dat speelt in de hele maatschappij. “We zijn ons opnieuw met elkaar aan het verhouden. Mijn beelden zijn een afspiegeling van hoe dit aan het veranderen is. In mijn werk zoek ik naar het wezen dat we gemeen hebben: de kern die onder onze gedaanten ligt. Dat ongrijpbare ‘zijn’ dat ons als levende wezens met elkaar verbindt.”

Het grootste werk in de tentoonstelling is van haar hand en heet Drifter. Het is een beeld van een liggend paard. “In dit werk komt mijn zoektocht naar het wezenlijke dat ons verbindt bij elkaar. Het doet een beroep op je eigen fysieke beleving om zo dicht bij zo’n groot lijf te zijn.”

Adriana van Zoest, Zeven kilo goud.

Fijnschilder Adriana van Zoest wil met haar portretten dieren vereeuwigen. “Zo blijven zij onder ons, bewaren we hun karakter en beeltenis voor de volgende generaties. Dat zie je ook terug op de historische schilderijen in het museum, hoewel het daarin vooral duidelijk wordt dat we in het verleden heel anders naar de dieren keken en een totaal andere relatie met hen hadden. Juist deze reflectie geeft de tentoonstelling zijn actualiteit.”

Van haar is onder meer een portret van haar eigen kat Hermes te zien. “Hermes is aan komen lopen als verwilderde zwerver, gewond en totaal onhandelbaar. Hij werd van blazende en krabbende geweldenaar mijn grootste vriend. Het portret van hem noem ik dan ook Zeven kilo goud.”

Dierbaar, 13 februari t/m 17 juli in het Westfries Museum, Hoorn

Happy
Happy
0 %
Sad
Sad
0 %
Excited
Excited
0 %
Sleepy
Sleepy
0 %
Angry
Angry
0 %
Surprise
Surprise
0 %
Share