Recensies

Bentvueghels, een heerlijk zootje ongeregeld

0 0
Read Time:5 Minute, 6 Second

Recensie

De Bentvueghels (oud-Nederlands voor bende vogels) is een ietwat merkwaardige naam voor een kunstenaarsgroep. En tegelijkertijd ook heel toepasselijk, want de leden vormden een zootje ongeregeld, met malle bijnamen. Maar ze konden fantastisch schilderen, zoals nu te zien is een grote tentoonstelling in het Centraal Museum.

Tekst en foto’s: Evert-Jan Pol

Overzicht.

Menig schilder reisde in de zeventiende eeuw naar Italië voor de nodige inspiratie. Zo ook de groep kunstenaars uit de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden die zich rond 1620 in Rome vestigde en zich daar in een broederschap verenigde. Zij noemden zichzelf de Bentvueghels (uit te spreken als bentveugels). De naam verwijst naar hoe de leden zichzelf zagen: als een ‘bende vogels’ die zich niet liet leiden door geldende regels en conventies. In Rome kwamen ze samen om te tekenen en te schilderen, maar ook om met elkaar te feesten.

In Rome, een stad die behalve bruisend ook gevaarlijk was, was het fijn om op te kunnen trekken met mensen die dezelfde taal spraken en dezelfde gewoontes hadden. De Nederlandse en Vlaamse kunstenaars zochten elkaars gezelschap en steun. Ze gedroegen zich in de broederschap als jonge studenten. Zo was er een uitbundig ontgroeningsritueel, gevolgd door een inhuldiging.

Hoe zo’n ontgroening en inhuldiging eruit zagen, is te zien op drie prenten van Matthijs Pool, gebaseerd op evenzoveel schilderijen van Domenicus van Wijnen. Op de eerste prent is het tableau vivant (levend schilderij) afgebeeld dat de Bentbroeders opvoerden voor het nieuwe Bentlid. De overhandiging van de zogenaamde Bentbrief (een soort oorkonde) is uitgebeeld op de tweede prent. Het nieuwe lid moest die brief geknield aannemen van de ‘opperpriester’ van het gezelschap. De derde afbeelding stelt het uitbundige feestmaal voor, waarvan de nieuwe Bentbroeder de, ongetwijfeld hoge, rekening moest betalen.

Matthijs Pool, naar Domenicus van Wijnen, Prent met de initiatie van een Bentvueghel in Rome (detail), ca. 1690-1708, Rijksmuseum.

Tijdens de inhuldiging werd het nieuwe lid ‘gedoopt’ en kreeg hij zijn bijnaam. Omdat de doop voor rooms-katholieken een heilig sacrament is, kwamen de kunstenaars hierdoor wel eens in de problemen.

De Bentnaam was voornamelijk gebaseerd op het uiterlijk, gedrag, karakter of artistieke kwaliteiten van het nieuwe lid. Jan Asselijn kreeg bijvoorbeeld de bijnaam Krabbetje. Volgens kunstenaarsbiograaf Arnold Houbraken kreeg hij deze vanwege zijn “geschroeide hand, en gekromde vingers”, waarmee hij nauwelijks een palet kon vasthouden.

De Utrechtse schilder Jacob de Heusch werd zijn Bentbroeders plagend Afdruk (Copia) genoemd. Zij vonden namelijk dat hij het werk van diens oom Guilliam de Heusch te nauwgezet navolgde, waardoor het bijna niet mogelijk was hun werk van elkaar te onderscheiden.

Sommige bijnamen zijn goed verklaarbaar. Zo kreeg de Vlaamse kunstenaar Jan Miel de bijnaam Honing-bie. Die dankte hij ongetwijfeld aan zijn achternaam. Het Italiaanse woord voor honing is namelijk miele. Bij andere namen is de oorsprong iets onduidelijker. Matthias Withoos werd Calzetta bianca genoemd. Letterlijk betekent dit witte sok. Droeg hij misschien voortdurend witte sokken? Of had hoos, wat onder meer laars betekent, vroeger wellicht ook de betekenis van kous?

(Tekst gaat verder onder de foto’s)

Jan Baptist Weenix alias Ratel, Italiaans havengezicht (detail), 1649, Centraal Museum.
Anton Goubau, De studie van de kunst in Rome (detail), 1662, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen.
Paulus Bor alias Orlando, Cydippe met de appel van Acontius (detail), 1645-50, Rijksmuseum.
Gerard van Kuijl alias Stijgbeugel, Musicerend gezelschap, 1651, Rijksmuseum.

Iedere Nederlandse en Vlaamse kunstenaar kon een Bentbroeder worden; aan het lidmaatschap waren geen voorwaarden verbonden. De groep was daardoor een bont gezelschap: sommige leden waren armlastig en anderen juist vermogend en succesvol. Ze hielpen, ondersteunden en beconcurreerden elkaar. En als groep waren ze niet vies van een feestje. Enkele schilderijen in de expositie tonen de leden tijdens uitbundige bacchanalen. De Bentvuegels waren berucht om zulke drinkgelagen, waarbij ze op ludieke wijze offers brachten aan Bacchus, god van de wijn. Naar verluidt hebben die feesten er uiteindelijk toe geleid dat paus Clemens XI in 1720 dergelijk bijeenkomsten, buiten het carnaval om, verbood.

Maar boven alles waren de Bentvueghels zeer getalenteerde kunstenaars. De tentoonstelling in het Centraal Museum omvat ruim honderd kunstwerken die inzicht geven in het leven en de kunstenaarspraktijk van de Bentvueghels. Buiten tekenen was belangrijk voor hen. Zij tekenden bouw- en beeldhouwwerken van de Klassieke Oudheid na en tekenden en schilderden ook stadsgezichten en landschappen. In de expositie zijn bijvoorbeeld prachtige italianiserende landschappen te zien, van onder anderen Jan Both (bijnaam onbekend), Cornelis van Poelenburch (Satyr) en Jan Baptist Weenix (Ratel).

(Tekst gaat verder onder de foto’s)

Pieter van Laer alias Il Bamboccio, Zelfportret met hekserij-attributen, 1635-37, The Leiden Collection, New York.
Jacob de Heusch alias Afdruk, Monding van een rivier met vissers (detail), ca. 1700, Museum of Fine Arts, Boedapest.
Jan Both, Italiaans landschap met een tekenaar (detail), 1650-52, Rijksmuseum.

Ook is er aandacht voor Bambocciate, tekeningen en schilderijen die het Romeinse volksleven tot onderwerp hebben. Deze werken waren tot ergernis van de verheven Accademia di San Luca zeer populair in Rome. Bekende Nederlandse Bamboccianten waren Jan Miel en Pieter van Laer. Laatstgenoemde dankte daar zijn bijnaam aan: Il Bamboccio. Verder bevat de expositie historie- en genrestukken, mythologische voorstellingen, portretten en stillevens.

Al die werken – het ene nog mooier dan het andere – hangen in een uiterst sfeervolle setting, met mooie doorkijkjes en op enkele plaatsen metershoge doeken als artistieke scheidingswanden. En omdat de bijnamen een belangrijk onderdeel vormden van de Bentvueghels prijken die als een soort kroon boven de werken. Heremyt, Stijgbeugel en Nestelghat; zijn en veel andere Bentbroeders passeren de revue in dit oogstrelende overzicht van een knotsgek kunstenaarsgenootschap.

De Bentvueghels. Een berucht kunstgenootschap in Rome, t/m 4 juni in het Centraal Museum, Utrecht

Waardering: @@@@@@@@@@

Happy
Happy
50 %
Sad
Sad
0 %
Excited
Excited
0 %
Sleepy
Sleepy
0 %
Angry
Angry
0 %
Surprise
Surprise
50 %
Share